Aan mijn herseninfarct (CVA) in 2015 heb ik een aantal cognitieve beperkingen overgehouden, die je aan de buitenkant niet ziet. Overprikkeling is daar een van. Een reden waarom ik mijn activiteiten zorgvuldig moet plannen.
Vóór mijn CVA was ik een bezige bij en deed onder andere veel bij Theaterstichting Kwibus in IJsselstein. Ik speelde regelmatig in toneelvoorstellingen.
Sterker nog, ik stond achter de schermen al volledig klaar voor de première van ‘Het weeshuis van dr Korczak’ toen ik mijn CVA kreeg en met gillende sirenes naar het ziekenhuis werd gebracht. Ondertussen trok een vervangster mijn kleding aan, zette mijn pruik op en nam mijn rol over. The show must go on.
Ruim zes jaar later in de zomer van 2021 heb ik een nieuwe mijlpaal bereikt. Voor het eerst sinds die dramatische gebeurtenis die mijn leven op zijn kop zette heb ik weer een rol bij Kwibus gespeeld!
Bij het Sprookjespad vertelde ik als moeder van zeven lieve kleine geitjes op weg naar de supermarkt een spannend verhaal. En het was zo leuk om weer te doen!
Het Sprookjespad was een wandeling door het stadje waarbij je onderweg allemaal sprookjes tegenkwam. Korte voorstellingen van zo’n 10 minuten.
Ik vond het best spannend om weer te doen maar door een aantal aanpassingen heeft het heel goed uitgepakt. Ik speelde om en om met een heel lieve vriendin, waardoor ik tussendoor steeds rustpauzes had en weer op kon laden. Wij speelden alleen op de zaterdagen; op de zondagen was er gewoon een ander sprookje te zien. En natuurlijk zorgde ik dat ik vooraf goed uitgerust was en de dag erna een ontspannen dagje had.
Overprikkeling ontstaat eigenlijk als hersenen meer informatie ontvangen dan ze kunnen verwerken. Het is een vorm van uitputting. Gezonde hersenen filteren de prikkels in je omgeving, daardoor neem je alleen de belangrijke prikkels bewust waar. Bij NAH (Niet Aangeboren Hersenletsel) werkt de filter slechter of niet meer. Hierdoor neem je elke prikkel bewust waar.
Die vermoeidheid bij NAH wordt ook wel Hersenmoeheid genoemd, of mentale moeheid. Het is lastig uit te leggen en echt anders dan fysieke moeheid. Ik kan soms al moe zijn na een kort intensief gesprek. Ook als ik mijn activiteiten niet afwissel (fysiek versus mentaal) kan de energie snel op zijn. Na zes jaar heb ik gelukkig aardig door waar mijn grenzen liggen.
uitleg over vermoeidheid bij NAH